
Het is weer die tijd van het jaar – de dagen worden korter, de feestverlichting gaat aan, en de wijnrekken worden opnieuw gevuld voor de feestelijke maanden. Bij Oenophilia zijn we volop bezig geweest met het selecteren van heerlijke winterwijnen. Dit keer viel ons oog weer op een bijzondere wijn uit Oostenrijk: de Gemischter Satz 2023 van Gruber Roschitz.
Deze verfrissende witte wijn komt uit Röschitz in het Weinviertel, net iets meer dan een uurtje rijden van Wenen. De wijngaarden van Gruber liggen op een unieke ondergrond van löss en graniet, ideaal voor het creëren van karaktervolle wijnen. De Gemischter Satz van Gruber bestaat uit maar liefst vijf verschillende druivenrassen: grüner veltliner, riesling, sauvignon blanc, welschriesling en gelber muskateller. Het resultaat is een frisse wijn met aroma’s van appel, peer, perzik en een licht ziltige toets. De afdronk is kruidig en mineraal, waardoor hij perfect past bij de hartige gerechten van de winter.

Maar, wat is die Gemischter Satz nou eigenlijk? Een rare naam, klinkt als iets uit een Duitse soap, maar nee: het is een fascinerend Oostenrijks wijnfenomeen!
EU-definitie
Volgens de Europese wetgeving houd Gemischter Satz het volgende in:
‘a mixture of different white wine varieties or red wine varieties.’
Dat kan betekenen dat Gemischter Satz een assemblage is van witte of rode
wijnen. Je mag dus een blend van basiswijnen van verschillende druivenrassen maken en deze Gemischter Satz noemen volgens de EU.
In Duitsland wordt op dergelijke wijze Gemischter satz gemaakt.
Een ‘gezellige boel’ in de wijngaard!
In Oostenrijk, met name in Wenen, betekent een Gemischter Satz dat verschillende druivenrassen samen in één wijngaard staan, schouder aan schouder. Denk aan grüner veltliner, riesling, sauvignon blanc – alles wordt samen geoogst, geperst en verwerkt. Geen gedoe met aparte vaten voor elke druif, zoals in Frankrijk of Italië, maar gewoon alles tegelijk in de pers: het ultieme wijngaardfeestje!
Maar Oostenrijk houdt het wel serieus. Er zijn strenge regels opgesteld door de “WienWein-groep” – een club van zes topwijnmakers in Wenen – die ervoor zorgen dat een Gemischter Satz een echte Gemischter Satz blijft. Hier geen gesjoemel met losse rassen, nee: de druiven worden samen op de wijngaard aangeplant, geoogst op hetzelfde moment, en gerijpt in roestvrijstaal of grote houten vaten.
Waarom mixen die Oostenrijkers al die druiven?
In vroeger tijden was het puur praktisch: als een druif last had van rot of de andere nog niet rijp was, kon je op deze manier altijd nog een mooie wijn produceren. Door de verschillende rassen op één wijngaard te zetten, werden risico’s gespreid. Het gevolg? Altijd een acceptabele, min of meer vergelijkbare wijn, jaar na jaar.
Dit is nu natuurlijk ontzettend uniek in onze tijd van de “perfecte” monocultuur wijngaarden, waar je vaak maar één druivenras per perceel ziet. In feite is de Gemischter Satz een knipoog naar vroeger, toen wijn maken niet zo veel regels en verwachtingen had – en misschien was dat juist de charme ervan!
Waarom dan geen wereldwijde comeback?
Deze mix-mentaliteit was vroeger helemaal niet zo bijzonder. Overal in Europa stonden wijngaarden vol gemixte druivenrassen. Maar ergens tussen de druifluis-epidemie (dank je wel, phylloxera!) en de drang naar mono cepage wijnen, gingen wijnboeren steeds meer over op monoculturen.
Dus terwijl we in een wereld van mono cepages leven, is de Oostenrijkse Gemischter Satz een heerlijke herinnering dat wijn ook gewoon een feestje kan zijn van verschillende druivenrassen die elkaar aanvullen.
Timing is alles…
De uitdaging voor de wijnboeren is natuurlijk wel om het ideale moment te kiezen om de boel te oogsten. Te vroeg en de suikers zijn te laag, te laat en de zuren zijn verdwenen – het blijft een kunst. Net als een chef die op het juiste moment zijn biefstuk van het vuur haalt, bepaalt de timing van de oogst de kwaliteit van de Gemischter Satz.
De Grote Oogststress: Wanneer is een Druif écht Rijp?
De oogsttijd, het jaarlijkse hoogtepunt (of moet ik zeggen stresspunt?) voor wijnmakers overal ter wereld! Het draait allemaal om één grote vraag: wanneer zijn die druiven nou op hun best? Voor wijnmakers, of ‘vignerons’ zoals ze graag genoemd worden, is dit dé cruciale periode die de kwaliteit van hun wijn bepaalt. Maar vergis je niet, dit is geen simpele kwestie van druiven plukken zodra ze er lekker sappig uitzien. Nee, de timing is essentieel en de zenuwen staan strak. Vier factoren komen samen om het magische moment te bepalen—en ja, het is iedere keer weer een gokspel waar wat hartkloppingen bij komen kijken.
1. Druivenras: Wacht… hoeveel dagen nog?
Elke druif heeft zijn eigen groeikalender. Sommige druiven zijn na 100 dagen klaar, anderen nemen hun tijd en komen pas na 125 dagen op hun top. Dus terwijl sommige rassen haast hebben, denken andere druiven: “We nemen lekker de tijd, het leven is goed.” Het komt er dus op neer dat de wijnmaker per druivenras in de gaten moet houden wanneer het grote moment daar is.
2. Suikergehalte: Hoe zoeter, hoe beter?
Terwijl de zon vrolijk schijnt en de druif nog rijper wordt, stijgt het suikergehalte. Dit wordt nauwlettend gevolgd met behulp van een refractometer, een klein, high-tech instrumentje dat je vertelt hoeveel potentieel alcoholisch plezier er in je druiven zit. Deze meting geeft aan of het wijnfeest binnenkort kan beginnen, en elke wijngaard krijgt z’n eigen moment van glorie.
3. Zuurgehalte: Geen zure gezichten, graag!
Naarmate de druif rijpt en zoeter wordt, daalt het zuurgehalte—en dat moet precies goed zitten. Te weinig zuur en je wijn smaakt als plat water; te veel en je krijgt onvriendelijke zurige slokken. Wijnmakers houden dus een scherp oog op de balans tussen suiker en zuur. Daarom worden druiven vaak in de vroege ochtend geoogst: lekker fris en knapperig, als een goed stuk fruit.
4. Schilrijpheid: Kleur en smaak in de schil
Dan hebben we nog de schil. Daarin zit de magie van tannines, kleurstoffen en aromatische componenten die een wijn diepgang geven. De kunst is om een perfecte balans te vinden zodat de wijn niet alleen lekker smaakt, maar er ook goed uitziet in het glas. De schil moet ook “rijp” zijn—geen grap, want zonder deze rijpheid is een diep rode wijn ver te zoeken.
Dus, als je binnenkort een slok wijn neemt, bedenk dan even het drama, de spanning en de meetinstrumenten die eraan te pas zijn gekomen. Eén ding is zeker: wijn maken is net een thriller met elk jaar een nieuw seizoen. Cheers!
Deze blog is geschreven door Tim & Kayleigh